Wijkverpleegkundige Henriëtte ten Thije over zorg in coronatijd:

“Je kunt je cliënten alleen beschermen als je jezelf goed beschermt”

Terwijl tijdens de piek van het aantal coronabesmettingen de media-aandacht volledig uitging naar de ziekenhuizen en IC’s en er pas twee maanden later meer aandacht kwam voor de verpleeghuizen, is de impact van corona op de thuiszorg tot nu toe onderbelicht gebleven. Terwijl verreweg de meeste kwetsbare mensen thuis wonen. Wijkverpleegkundige Henriëtte ten Thije vertelt hoe zij de afgelopen maanden heeft ervaren en wat de situatie nog altijd dagelijks met haar, haar team en haar cliënten doet.

Henriëtte bezoekt als wijkverpleegkundige thuiszorgcliënten en is ook verantwoordelijk voor de intake van nieuwe cliënten, het maken van de planning voor haar team en het contact met mantelzorgers. Daarnaast draait ze bereikbare diensten, wat betekent dat cliënten met een vraag of probleem haar kunnen bellen.
“Voor ons als thuiszorg was het zeker in die eerste weken heel spannend”, vertelt ze. “Wat tref je aan zodra je naar binnen gaat? Bij corona kunnen mensen heel snel heel ziek worden. Iemand die de ene dag nog volledig gezond lijkt, kan de volgende dag doodziek zijn. Je bent ook voortdurend alert op beginnende griepverschijnselen, zowel bij jezelf als bij cliënten.”Wat het voor veel medewerkers extra spannend maakte, was hun eigen rol in het besmettingsgevaar. “Cliënten kunnen op heel veel manieren besmet raken, maar in die eerste weken waren wij in veel gevallen de enige personen die ze nog fysiek zagen. We waren ons heel erg bewust van het feit dat we cliënten alleen goed kunnen beschermen als we onszelf goed beschermen.”
Het zorgde voor een nog hechtere band met de meeste cliënten, zegt Henriëtte. “Er was veel angst. Een deel daarvan konden wij door heldere uitleg gelukkig wegnemen. En cliënten zaten ook gewoon veel meer dan anders om een praatje verlegen.”

Ondersteuning door coronateam
Als Henriëtte of haar collega’s zelf een vraag hadden, of het nu een praktische vraag was of dat ze gewoon even stoom wilden afblazen, konden ze terecht bij het coronateam van Vilente. “Dat was prettig. Ik las in de krant wel verhalen van zorgmedewerkers die niet goed wisten wat de regels waren of hoe ze moesten handelen. Die vragen hebben wij nooit gehad, we konden ze altijd direct stellen.”
Wat wel lastig was, was de schaarste aan persoonlijke beschermingsmiddelen in ons land, waardoor de richtlijn was om niet proactief beschermingsmiddelen te dragen en zo geen schaarse middelen op te maken. Vilente hield zich aan deze richtlijn, al was dat soms spannend. Maar het team loste het goed op. “Als we naar binnen moesten bij iemand met griepverschijnselen, dan ontsmetten we de handen en alle oppervlakten die we moesten aanraken met desinfecterende gel en hielden we afstand. Maar we gingen wel naar binnen om iemand met eigen ogen te zien, eventueel eten en drinken klaar te zetten en de huisarts te bellen.”
Ze heeft zelf ook een cliënt bezocht met corona. “Ik kreeg een alarmering dat ik naar iemand toe moest die zich niet lekker voelde. Hij was een paar dagen eerder negatief getest op corona. Maar toch vertrouwde ik het niet helemaal. Ik heb de huisarts ingeschakeld maar toch ook, zonder beschermende middelen, zorg verleend. Dat kon niet anders, die man was echt heel ziek. De tweede test bleek wel positief. Dan schrik je, want meerdere medewerkers uit ons team zijn bij hem geweest. Gelukkig is niemand van ons besmet geraakt. We konden met de hele beperkte middelen die we hadden – handgel en afstand houden – toch heel veel voor deze cliënt betekenen.”

Vindingrijk
Op dit moment zijn beschermende materialen geen probleem meer. Iedere thuiszorgmedewerker heeft een setje in zijn auto liggen. Toch gaan de mondkapjes niet standaard op en blijven de handschoenen in de meeste situaties ook uit. “We volgen onze normale hygiëneprotocollen en de RIVM-richtlijnen”, zegt Henriëtte.
Het team van Henriëtte is vindingrijk in situaties waarin je je niet altijd aan de protocollen kunt houden. “Zo hebben we een aantal dementerende cliënten die ons bij binnenkomst altijd een hand hebben gegeven en dat nu ook doen. Je kunt hen niet meer leren dat dat niet mag. Daarom ontsmetten we onze handen in de auto, geven de cliënt een hand bij binnenkomst en lopen direct door naar de kraan om onze handen 20 seconden grondig met zeep te wassen. Want we kunnen die hand wel weigeren of handschoenen gaan dragen, maar daarmee maak je zo’n cliënt alleen maar van slag.”
Bij het bedenken van dit soort inventieve oplossingen speelde het Vilente coronateam soms een rol. “We bedenken als thuiszorgteam zelf oplossingen, maar we konden hen ook bellen. En we lieten het hen weten als wij iets slims hadden bedacht. Zo konden we kennis snel binnen de thuiszorg delen.”

Nog meer vertrouwen dan voor corona
Ondanks het feit dat Nederland uit de lock-down komt en voor veel mensen het normale leven weer vorm begint te krijgen, ontvangen Henriëtte en de andere thuiszorgmedewerkers bij Vilente nog altijd thuis geen bezoek en houden ze zich aan de anderhalve-meter-regels. “Want het virus is niet weg. We moeten de RIVM-regels blijven volgen en onszelf beschermen.”

Cliënten zien gelukkig ook hoeveel moeite de thuiszorgmedewerkers daarvoor doen. Waar ze in het begin angstig waren om ‘de wijkzuster’ binnen te laten, vertrouwen de meesten daar nu juist blind op. “We hebben vanaf het allereerste moment steeds aan cliënten uitgelegd wat onze protocollen zijn. We kregen natuurlijk veel vragen, zoals: ‘waarom dragen jullie geen mondkapje?’ Daarnaast vertellen we cliënten ook hoe we privé met de situatie omgaan. Dat we thuis absoluut geen bezoek ontvangen, dat we alleen de deur uitgaan om boodschappen te doen en dan met een boog om andere mensen heen lopen et cetera. Ik vertel ook over mijn eigen situatie, dat ik astma heb en zelf dus ook kwetsbaar ben. Ik merk dat het vertrouwen van cliënten in ons daardoor nu zelfs nog groter is dan voor corona. De band is hechter geworden.”

Uitleg aan mantelzorgers
Hoe groot het vertrouwen is bleek wel toen een cliënt vertelde dat een van haar kinderen snipverkouden was, maar dat deze dochter nog wel boodschappen voor moeder had gedaan en deze voor de deur had neergezet. Henriëtte: “Deze dame vond het moeilijk om haar dochter daarop aan te spreken en vroeg mij of ik haar wilde bellen. Dat heb ik gedaan en uitgelegd dat we met z’n allen er verantwoordelijk voor zijn dat de ziekte zich niet verspreid. Ik heb de dochter gelukkig duidelijk kunnen vertellen welke voorzorgmaatregelen ze moet nemen om haar gezin, haar moeder maar uiteindelijk natuurlijk ook de maatschappij te beschermen.”

Houd je aan de RIVM-richtlijnen
Net als iedere Nederlander hoopt Henriëtte dat een tweede golf uitblijft. “En dat hebben we zelf in de hand”, zegt ze. Ze roept daarom iedereen op zich aan de RIVM-richtlijnen te blijven houden. “Je ziet dat veel mensen verslappen. En dat begrijp ik wel, want als je er zelf niet mee te maken hebt gehad dan lijkt het virus nu zo ver weg. Maar het is nog altijd dichtbij. Het aantal besmettingen neemt weer toe. Mensen realiseren zich niet hoeveel invloed ze zelf op de situatie hebben met hun eigen gedrag. Je wilt het toch niet op je geweten hebben dat jij besmet raakt en dat je daarna onbewust een ander besmet die daar heel ziek van wordt of er misschien zelfs aan overlijdt? Laten we met z’n allen de verantwoordelijkheid nemen om het virus uit te doven. Als je het niet voor jezelf doet, doe het dan voor de mensen om wie je geeft.”