De mens zien, daar word ik zó blij van 

Elke collega bij Vilente heeft een eigen verhaal over de aantrekkingskracht van werken in de ouderenzorg. Het is echt niet altijd rozengeur en maneschijn, maar het zijn wel verhalen die je raken. Zeker als het gaat over een speciale band met een bewoner en diens naasten. 

Want dat is wat Trea Kallis drijft in haar werk als evv’er bij Vilente-locatie Pieter Pauw: ‘De mens zien, daar word ik zó blij van. Wat heeft iemand nodig, waar wordt hij gelukkig van? Even luisteren maakt het verschil, even die aandacht.’ 

‘Contact met naaste maakt je zorg compleet’ 
Inmiddels werkt Trea alweer 21 jaar bij Vilente. Voordat ze op de leerafdeling op woning 8 is gaan werken, was Trea vooral op woning 6 te vinden, een afdeling voor mensen met dementie. ‘Bij gevorderde dementie heb je echt iemands achtergrond nodig’, is de overtuiging van Trea. ‘Hoe was deze persoon in zijn jeugd of hoe is hij opgegroeid? Hoe heeft een bewoner bijvoorbeeld haar eigen kinderen opgevoed? Dat zegt iets over de relatie met haar kinderen. Wat laten kinderen zien?

Laatst zag ik aan een dochter dat ze ontevreden was over de zorg voor haar moeder. Ik gaf haar de gelegenheid om zich even leeg te praten. Gedurende het gesprek werd haar gezichtsuitdrukking steeds meer ontspannen. Ik heb dingen opgeschreven en beloofd hier achteraan te gaan. Ze was dankbaar dat ik naar haar geluisterd had. Je hebt de zorgvrager zelf, maar ook de naaste. Het contact met een naaste, maakt je zorg compleet.’ 

We hebben elkaar nodig  
‘Als familie iets te klagen heeft, dan zit daar wat achter’, zegt Trea stellig. ‘Door de theatervoorstelling Dag mama heb ik weer bevestigd gekregen hoe belangrijk familie en naasten zijn voor de zorg van een bewoner. Ook van oud-collega en kwaliteitsverpleegkundige Heleen Bijen heb ik veel geleerd. Zij leerde mij naar naasten te kijken en te luisteren.

Verbinding maken 
‘Nadat ik een confrontatie kreeg met een echtgenote besefte ik, dat we elkaar nodig hebben. Alleen dan kan de kwaliteit van zorg – voor in dit geval haar man – verbeteren.  

Op een dag liet ik haar weten dat ik het zorgplan van haar man, van maar liefst 7 kantjes, had teruggebracht naar 2 kantjes. 7 kantjes doen af aan de kwaliteit van zorg, legde ik haar uit. En niemand leest het. Wat niet op deze 2 kantjes paste heb ik zoveel mogelijk in de zorgkaart gezet, de rest heb ik weggelaten. Ze was zo geroerd, dat ze het ingekorte zorgplan met tranen in haar ogen meteen heeft ondertekend.’ 

Op basis van vertrouwen 
‘Uiteindelijk is het contact met deze echtgenote heel goed geworden. Met haar man had ik een plannetje gemaakt, omdat we eens iets leuks voor haar wilden doen. We maakten een mooie kaart voor haar verjaardag van een foto van hem in zijn kobaltblauwe polo en een rode roos tussen zijn tanden. Zijn vrouw vond de kaart schitterend.

In de 2 tot 3 weken voor meneer kwam te overlijden heb ik haar gevraagd of we samen zijn verzorging zouden doen. ‘Dan moet je mij wel aansturen hoor’, zei ze. Ik vroeg aan meneer of zijn echtgenote mocht helpen. Er verscheen een grote lach en 2 tranen liepen over zijn wangen als teken van toestemming. Ze heeft met liefde zijn gezicht gewassen en zijn bakkenbaarden bijgewerkt. Contact met familie is zo belangrijk! ’benadrukt Trea nog eens. ‘Door met elkaar te praten en te luisteren, leg je een basis voor goede zorg. Je bouwt zo het vertrouwen op. Mocht je dan een keer een foutje maken, dan is je dat ook makkelijker vergeven.’