Je browser is verouderd en geeft deze website niet correct weer. Download een moderne browser en ervaar het internet beter, sneller en veiliger!

Bewoner Jettie is smóórverliefd op AD-correspondent Edwin Winkels

Bewoner Jettie is smóórverliefd op AD-correspondent Edwin Winkels

Ze leest al jaren zijn boeken, stuurt hem brieven met poezenstickers en zet zijn foto op haar dressoir. Ja, onze Spanje-correspondent Edwin Winkels - ook bekend van tv - heeft al járen een wel heel bijzondere fan en zoekt haar voor Valentijnsdag nog eens op. 'Ik neem tijd voor het afscheid, zeker wanneer in Henriëttes kleine oogjes de tranen verschijnen.'

Bron: AD/ De Gelderlander | Auteur: Edwin Winkels

Eind januari krijg ik een e-mail. Onderwerp ‘een oude bekende’.  Thea – ik ken haar niet – schrijft: ‘Sinds december 2024 hebben wij Jettie in ons midden. Jettie is geboren in Leiden en heeft daarna in Bennekom gewoond. Edwin Winkels komt nogal eens ter sprake. Ook heeft ze foto's van je. Uit de gesprekken begreep ik dat jullie vroeger contact hadden. Jettie geeft aan langere tijd smoorverliefd op je te zijn.’

Oeps. De naam Jettie zegt me niets, maar bij het lezen van 'Bennekom’ weet ik direct wie zij is. Ik ken haar als Henriëtte. Henriëtte Bernard. 'Sommige mensen spreken het op z’n Frans uit, maar zo deftig ben ik niet, hoor!' lachte ze eens haar gulle lach.

'Dit had ze me nooit gezegd'

En ja dus, we hebben contact gehad. Ik ben zelfs enkele malen bij haar thuis geweest, in de bosrijke omgeving aan de rand van dat Gelderse plaatsje. Onaangekondigd, om haar te verrassen. Ze was er altijd. Oprecht blij was ze wanneer ze de deur opendeed en haar eerste moment van ongeloof had overwonnen. Maar dat ze verliefd op me was, smóórverliefd zelfs, dat had ze me nooit gezegd.

De mail van Thea gaat nog verder: ‘Wat zou Jettie het leuk vinden eens iets van je te horen, bijvoorbeeld met Valentijnsdag. Ik zag dat je in Spanje woont dus begrijp dat het lastig wordt voor een bezoekje. Al zou dat wel heel leuk voor Jettie zijn. Maar een videoboodschap of een kaart zou haar ook opfleuren. Wat zou ze ervan genieten.’

‘Na haar derde brief schreef ik maar eens terug’

Henriëtte zelf heeft mij nooit een mail gestuurd. Ze schrijft kaarten en brieven. De eerste stuurde ze naar mijn uitgever, nadat in 2013 mijn eerste roman in Nederland was uitgekomen.

Ze vond het een mooi verhaal, maar kon het boek helaas niet aan haar vriendinnen cadeau geven. Er stond namelijk erg vaak dezelfde vloek in, en Bennekom ligt in de gereformeerde Bijbelgordel. Na de derde brief-via-de-uitgever heb ik haar maar eens teruggeschreven, ook per ouderwetse post, en haar mijn adres gegeven.

Ze schreef meer dan ik, moet ik toegeven. Verhaalde over haar leven, maar was ook heel geïnteresseerd in dat van mij, en van mijn kinderen. Ze stuurde kaartjes voor onze verjaardagen, met bijna altijd stickers van poezen op de envelop. Maar verliefd?

‘We schelen 31 jaar’

Over leeftijd hebben we het nooit gehad. We schelen 31 jaar, weet ik na die ene zin in de email: 'Jettie is 93 en licht dementerend.'

Dat was ze nog niet bij mijn laatste bezoek aan Bennekom, in de zomer van 2022. Ze was een beetje slecht ter been, was een week eerder in de keuken gevallen. Ze had een blauwe plek in haar gezicht. Vreselijk vond ze het, dat ik haar zo zag. En toen kwam ook nog de pedicure. Ze was negentig maar haar voeten en nagels moesten wel altijd in orde zijn. 'Wat jammer dat zij net kwam,' schreef ze in haar eerstvolgende brief. 'We hadden het juist zo gezellig. Ik hoop niet dat je boos bent.'

Groot gemis in haar leven

Ik schreef haar direct terug. Boos? Natuurlijk niet. Waarom? Maar ik wist waar die woorden vandaan kwamen, die vrees.

Haar huwelijk was niet gelukkig geweest. Haar man, eind vorige eeuw overleden, was niet lief voor haar, om het nog vriendelijk te zeggen. Henriëtte trouwde laat, op haar 38ste, een beetje bang om alleen te blijven. Haar jongere zusjes Christine en Gre, nu 88 respectievelijk 86 jaar, waren allang aan de man. 'Dat ik nooit kinderen heb gekregen is een groot gemis in mijn leven', zegt ze me, eind januari.

'Ik zou kunnen denken dat ze iets van een verloren zoon in me zag. Maar verliefd?' - Edwin Winkels, Spanje-correspondent bij het AD

Dikke kussen

Ik ben in Nederland wanneer ik die ene mail van Thea ontvang, een van haar lieve verzorgsters in het Vilente St. Barbara van Ede, waar Henriëtte drie maanden eerder is opgenomen. Een dag voordat ik naar Spanje vlieg, moet ik haar even zien.

En daar zit ze, in de ‘huiskamer’, een meter vijftig klein en fragiel, haar benen uitgestrekt op een poef, de televisie aan. 'Zeg haar vooral dat ze er mooi uitziet', zegt Thea. Henriëtte herkent me direct, ik buk, ze slaat haar armen om mijn nek, we geven elkaar een paar dikke kussen op de wangen, laten elkaar niet los. Ze straalt. En kijkt weer alsof ze het niet gelooft.

'Het was een vriendin van me”, zegt ze me een half uur later, 'die me een keertje zei: Jettie, je bent gewoon verliefd op die man.' Ze giebelt, verlegen. 'Want als ik je op televisie zag, zei ik altijd: die is lekker van mij!'

Ik stond op de piano, of de schouw

Verlegen werd ik de eerste keer toen ik haar bezocht. Ik stond op de piano, of de schouw, dat weet ik niet meer, een foto in een lijstje, ergens uit een tijdschrift geknipt. Op de bank naast haar een knipselmap vol verhalen die ik had geschreven voor deze krant. Niemand mocht er gaan zitten, dat was mijn plekje.

Ik zou kunnen denken dat ze iets van een verloren zoon in me zag. Maar verliefd?

Zorgcentrum

Nu, in het zorgcentrum, sta ik in de vensterbank. Ernaast een foto van haar ouders, de bruiloft van een eeuw geleden. Op de muur een schilderij van Leiden en een foto van het Leidse hofje waar haar oma woonde en waar ze het altijd zo fijn had.

'Ik zou wel terug naar Leiden willen', zegt ze. Licht dement, af en toe verward, zeker in haar verhalen, maar de flitsen van vroeger zijn helder. 'Uit Leiden ging je naar het strand van Noordwijk of Katwijk. Noordwijk was voor de chique mensen, wij gingen altijd naar Katwijk.'

Ze herhaalt steeds die ene zin

Een keer, kort na haar schooltijd, stak ze de Noordzee over, voor een jaar in Engeland. 'Misschien de mooiste tijd van mijn leven.' Terug in Nederland werd ze onderwijzeres op huishoudscholen.

Henriëtte glimt, ze lacht bij de herinneringen. En dan betrekt haar gezicht weer. Voor de vijfde, zesde keer deze middag herhaalt ze die ene zin. 'Andries, kom naar beneden, ik voel me niet lekker.'

Andries was haar vader. Degene die hem riep was haar moeder. 'Ik zal het nooit vergeten.' Het was 1938, Henriëtte was 6 jaar. Moeder, die ook Henriëtte heette, voelde zich niet goed, kort na de geboorte van de jongste. Het waren haar laatste woorden voor ze overleed.

'Kom je nog eens?'

De woorden klinken nog na wanneer ik weg moet. Niet abrupt. Ik neem tijd voor het afscheid, zeker wanneer in Henriëttes kleine oogjes de tranen verschijnen. Ze pakt me weer bij mijn arm.

'Kom je nog eens?', vraagt ze. En ze zegt, niet voor het eerst: 'Soms wil ik wel dood, ik heb er eigenlijk genoeg van, nu ik niet meer thuis kan zijn.' Ja, natuurlijk, beloof ik haar. Ik zal komen. Ergens in de zomer? 'Maar dan moet je er nog wel zijn, hè?'

'Ik zal mijn best doen', zegt ze.